Kamp van Zeist

Kamp van Zeist Juli 1995

Het Kamp van Zeist, ook wel Kamp Zeist of Kamp bij Zeist genoemd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden op het Kamp ruim 12.000 gevluchte Belgische militairen geïnterneerd. De naam Kamp van Zeist was niet nieuw. Door de eeuwen heen hebben in de omgeving van Zeist verschillende militaire oefenterreinen die naam gedragen. In 1937 ging het van de Genie over in de handen van de Luchtvaartafdeling, die er met luchtdoelartillerie oefende. In de Duitse bezettingsjaren werd het kamp voornamelijk gebruikt voor de Landwirtschaft. Na de Tweede Wereldoorlog kwam in 1954 een deel van het terrein in gebruik bij de Amerikaanse luchtmacht, die tot 1994 een basis had op de Vliegbasis Soesterberg.

In 1980 verhuisde het Luchtvaartmuseum naar het Kamp van Zeist. Tussen 1999 en 2002 was een groot deel van het terrein Schots grondgebied, voor de huisvesting van een Schotse rechtbank en gevangenis voor de rechtszaak over de Lockerbie-aanslag. Die gebouwen werden vervolgens omgebouwd tot detentiecentrum voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Ook de meermalen bedreigde politicus Geert Wilders woonde enige tijd op het terrein, uit veiligheidsoverwegingen.

Op 11 december 2014 opent het Nationaal Militair Museum, voorheen Luchtvaartmuseum, op de voormalige vliegbasis in Soesterberg.